Op 3 juli aanstaande gaan de landelijke beëindigingsregeling voor veehouderijlocaties open. In Noord-Brabant komen circa 250 tot 300 ondernemers in aanmerking voor de Lbv-plus regeling. Dit zijn met name bedrijven met veel overbelaste stikstofgevoelige natuur in de nabije omgeving. De provincie heeft een aanpak ontwikkeld waarmee we ondernemers optimaal willen ondersteunen in de keuzemogelijkheden voor de toekomst van hun bedrijf. Gedeputeerde Staten stemden 27 juni in met deze ‘Brabantse aanpak’.
Conform het advies van de heer Remkes werkt het ministerie meerdere instrumenten uit voor de aanpak piekbelasting. Later dit jaar worden ook Rijksregelingen verwacht om veehouderijlocaties te innoveren, extensiveren en/of verplaatsen. Het doel van de aanpak piekbelasting is het oppervlak natuur met een gezond stikstofniveau vergroten, het legaliseren van PAS-melders en economische ontwikkeling zoals woning- en wegenbouw.
Erik Ronnes, gedeputeerde provincie Noord-Brabant: “De landbouw staat voor een forse transitie en in verschillende gebieden zijn verschillende transitiepaden aan de orde. Als provincie hebben we een faciliterende rol in deze transitie en behoefte aan instrumenten om hier invulling aan te geven. Een deel van de instrumenten is er, een deel wordt gedurende de uitvoering van de aanpak doorontwikkeld. Hiermee is de Aanpak Piekbelasting een welkom instrumentarium om mede vorm te geven aan de landbouwtransitie rondom stikstofgevoelige N2000-gebieden.”
Maximaal rendement
Het kabinet heeft gekozen voor een aanpak waarmee een zo groot mogelijk resultaat in de reductie van stikstofdepositie kan worden gerealiseerd en zo een algemene daling wordt ingezet. Omdat de aanpak gericht is op bedrijven met de hoogste totale depositie op stikstofgevoelige en overbelaste Natura 2000-gebieden, betreft de aanpak piekbelasting met name bedrijven met veel overbelaste stikstofgevoelige natuur binnen een straal van 25 kilometer. In Noord-Brabant komen circa 250 tot 300 ondernemers in aanmerking voor de Lbv-plus regeling (landelijk 3000). Verdeling over de sectoren melkveehouderij (25%), pluimveehouderij (25%), varkenshouderij (40%) en overige zoals vleeskalveren (10%).
De Lbv-plus regeling bedraagt een vergoeding van 120% van de gecorrigeerde vervangingswaarde, een verplichtend sluitstuk en een vergoeding voor de sloop van dierverblijven. De Lbv-regeling is voor een bredere doelgroep o.b.v. depositie per gebied. De vergoeding bedraagt 100% van de gecorrigeerde vervangingswaarde. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regelingen. De provincie is opdrachtnemer in het kader van de regionale uitwerking.
Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde provincie Noord-Brabant: “Onze inzet is om deze vrijwillige regelingen maximaal te benutten. De provincie wil ondernemers zo optimaal mogelijk bijstaan in hun keuzeproces. Onze goede contacten en veel ervaring in huis vanuit ons ondersteuningsnetwerk helpen hierbij. Zaakbegeleiders uit ons netwerk gaan het gesprek aan met ondernemers om te kijken wat het best passend is; extensiveren, omschakelen, innoveren, verplaatsen of stoppen. Het toekomstperspectief van de ondernemer blijft centraal staan.”