De bouwsector heeft in principe maar een klein aandeel in de totale stikstofuitstoot in Nederland. Dat beeld verandert als je hierbij ook de productie van bouwmaterialen meetelt. “Wereldwijd gaan ongeveer 50 procent van alle grondstoffen en zo’n 30 procent van het watergebruik naar de bouw. Denk daarnaast aan vervoersbewegingen van en naar de bouwplaats en het energiegebruik van woningen na de oplevering”, schetst Jeroen Mulder.
Hij is bij de provincie Noord-Brabant projectleider verduurzaming bouw. En op dat gebied leven er genoeg wensen: innovaties in het bouwproces zoals houtbouw, prefab en toepassing van biobased materialen. Ook circulariteit – hergebruik van materialen uit gebouwen of wegen die hun functie hebben verloren – vermindert schadelijke uitstoot. Mulder presenteert hiervoor binnenkort een convenant, inclusief een aantal projecten met bedrijven, organisaties en experts. “In een soort uitvoeringsprogramma werken we daarmee tot 2030 zichtbaar aan de verduurzaming van de bouw.”
“De kennis en de mensen zijn er. Alleen halen we nu nog de nodige materialen elders in de wereld. Dus moeten we de komende jaren zorgen voor een keten om die productie zelf op te starten. Dan kan het na vijf, zes jaar heel snel gaan.”
Ambitieus streven
2030 is sowieso een belangrijke stip op de horizon. De provincie heeft zich ten doel gesteld om dan 30 procent van de woningbouwopgave te realiseren met toepassing van zoveel mogelijk lokaal verbouwd biobased materiaal en inlands hout: 40.000 huizen! Een ambitieus streven, maar het kán volgens Mulder. “De kennis en de mensen zijn er. Alleen halen we nu nog de nodige materialen elders in de wereld. Dus moeten we de komende jaren zorgen voor een keten om die productie zelf op te starten. Dan kan het na vijf, zes jaar heel snel gaan.” Dit zorgt niet alleen voor een forse vermindering van de vervoerskilometers. Nederland mag de opslag van CO2 door inlands hout op het conto van zijn klimaatdoelstellingen schrijven, waar nu nog het land van herkomst ervan profiteert.
Innovaties in de bouwlogistiek dragen eveneens hun steentje bij aan de reductie van CO2 en stikstof. Neem de bouwhub, waarin complete wanden van een woning worden geproduceerd. Met een soort kliksysteem zijn die op de bouwplaats in elkaar te zetten. Zo’n wand bevat niet alleen het timmer- en metselwerk, weet de projectleider. “Ook de hele domotica/elektronica en het leidingwerk zijn erin verwerkt.” De bouwhub zorgt zo voor een flinke reductie van het vervoer van materialen en personeel naar de bouwplaats, en daarmee van CO2/stikstof. En prefab staat volgens Mulder niet gelijk aan eenheidsworst. Individuele wensen van bewoners worden gehonoreerd.
Op het gebied van duurzaam bouwen gebeurt al het nodige in Brabant. Er zijn programma’s als Cirkelstad (onder meer nieuwe grondstoffen maken van bij sloop vrijgekomen afvalstromen) en City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen. Bij die laatste werkt de provincie samen met gemeenten, andere provincies, Rijk, bedrijfsleven en kennisinstellingen. En negen woningcorporaties, verzameld onder de naam Lente, zijn gestart met projecten rond houtbouw, circulair of duurzaam bouwen. Zo verrijzen in Mierlo 16 biobased woningen.
Per hectare 70 kilo stikstof besparen
Ook voor zijn eigen programma focust Mulder sterk op biobased. Bijvoorbeeld met lokaal geteelde gewassen als grondstof. Zo dient hennepvezel als versteviging in blokken kalk, al volop in gebruik in de Franse en Engelse bouw. In plaats van deze vezel uit het buitenland te importeren, is het duurzamer om die zelf te verbouwen en is het ruimtebeslag relatief gering. Hennep en vlas kunnen bovendien leven van de stikstof in de bodem. Voor het verbouwen van hennep is ook geen extra (kunst)mest nodig. (Zie ook het kader Hennep als bouwmateriaal.)
Over de streep trekken
Mulder is dan ook enthousiast en dat geldt volgens hem ook voor kopers van een duurzaam huis. Nu is het zaak om ook investeerders en opdrachtgevers als woningcorporaties over de streep te trekken. Voor hen is het belangrijk dat duurzaam bouwen weinig tot geen risico’s met zich meebrengt, ervaart de projectleider. “Niet onterecht overigens; het is wat duurder en nog niet alles is even duidelijk, zoals de levensduur van toegepaste producten.”
Al met al concludeert hij dat Brabant niet alleen de mogelijkheden en ruimte biedt voor duurzaam bouwen, maar dat er ook een vraag is plus de ambitie om het op die manier aan te pakken. “Er is hier een grote kans van slagen.”