“Als je de natuur niet op kracht brengt, loopt alles vast”

14-07-2021 {0} reacties

Nu Corona – gelukkig –  steeds minder de voorpagina’s beheerst, lijkt de stikstofdiscussie weer in volle kracht op te laaien. Natuurlijk heeft de herwonnen aandacht veel te maken met de formatie, maar het is alleszins terecht dat dit vraagstuk onze onverdeelde aandacht heeft.

Ook onze provincie stond de afgelopen weken in de picture als zouden wij – vrij vertaald -  stikstofruimte als zoete broodjes verkopen aan de hoogste bieder. Dit beeld klopt niet, maar vergt een genuanceerde toelichting die de krant helaas niet haalde.  

De stikstofkwestie raakt ons allemaal. Tegelijkertijd zijn we er met z’n allen ook verantwoordelijk voor geweest. Stikstof is in principe een bouwstof, maar onze manier van leven maakt dat er veel te veel van is: het komt uit de schoorsteenpijpen van onze industrie, de uitlaat van onze auto’s en de mest van onze veehouderijen. En wat in de lucht zit, komt ook in onze bodem terecht. Teveel stikstof is slecht voor de natuur. We verliezen hierdoor – ondanks vele inspanningen – nog steeds bijzondere planten en diersoorten. En uiteindelijk brengt dat onze voedselvoorziening, gezondheid én leefomgeving in gevaar. Mijn overtuiging is dan ook: als je de natuur niet op kracht brengt, loopt alles vast. Ons provinciaal beleid is er dan ook op gestoeld de natuur sterker te maken.  

Uitspraak

Brabant telt 17.000 hectare aan stikstofgevoelige natuur. In 2018 bleek liefst 83 procent daarvan overbelast te zijn door stikstof. Sommige zijn zelfs zwaar overbelast. De Raad van State heeft geoordeeld dat het in Nederland zo niet langer kan doorgaan. In 2019 zette de raad een streep door het landelijke stikstofbeleid. Jarenlang bood dat beleid bedrijven of projecten, die extra uitstoot van stikstof gingen veroorzaken, uitzicht op een vergunning. Het herstel van de schadelijke effecten zou dan later volgen, en dáár begon het te wringen. De uitspraak van de rechters leidde tot de stikstofcrisis: de vergunningaanvragen van zo’n 18.000 projecten in Nederland kwamen stil te liggen.  

Als je nu plannen hebt om iets te bouwen of ontwikkelen, dan moet je aan de bak. Heb je plannen voor de uitbreiding van een boerenbedrijf? Voor de aanleg van een bedrijventerrein of de bouw van een woonwijk? Dan moet je eerst aantonen of dat leidt tot de neerslag van stikstof in een beschermd natuurgebied. En áls dat zo is, moet je ervoor zorgen dat op diezelfde plek minstens evenveel stikstof verdwijnt, bijvoorbeeld door een andere activiteit die op datzelfde gebied neerslag veroorzaakt te stoppen. Maar: er mag door een ontwikkeling niet alleen geen stikstof meer bíj komen, de totale hoeveelheid stikstofuitstoot moet ook nog eens fors omlaag. We moeten met z’n allen dus veel minder stikstof uitstoten, zodat de natuur kan herstellen en minder kwetsbaar wordt.

Drie tandwielendrie tandwielen

In samenspraak met gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties en maatschappelijke partners ontwikkelde de provincie Noord-Brabant een nieuwe werkwijze: de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof. Ofwel: de BOS. Hierin zijn natuurherstel, de afname van stikstof en de voortgang van de economie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je kunt het zien als drie tandwielen van één mechanisme: het ene draait niet zonder het andere. Om de natuur te kunnen laten herstellen moeten we de uitstoot van stikstof drastisch verminderen. En alleen als dát gebeurt, wordt het in de toekomst makkelijker voor nieuwe economische ontwikkelingen. Deze aanpak moet ertoe leiden dat in 2030 minimaal de helft van de stikstofgevoelige natuurhectares in Brabant niet langer overbelast zijn door stikstof. 

Als u op de berichtgeving afgaat, zou u denken dat we in Brabant alléén maar met dat derde tandwiel bezig zijn: ‘de BV Brabant draaiend houden’. Als dat het geval was, zou het hele mechanisme al lang muurvast zijn gelopen. Daarom maak ik graag van de gelegenheid gebruik om bij alle drie even stil te staan. 

Natuurherstel

Om te beginnen: natuurherstel. Veertien beschermde natuurgebieden in Brabant zijn flink overbelast door stikstof. Hier wordt al jaren gewerkt aan natuurherstel, en daar gaan we mee door. Het Rijk stelt daar extra geld voor beschikbaar de komende jaren. Maar we gaan óók beter kijken naar de zones rondom die natuurgebieden. Want de directe omgeving heeft veel invloed op de natuur. Dat gebeurt in een gebiedsgerichte aanpak: per gebied schuiven de betrokken partijen aan tafel. Samen maken zij een totaalaanpak voor het gebied. Die aanpak gaat niet alleen over stikstof, maar kijkt ook welke andere uitdagingen spelen in het gebied. Op gebied van water en bodemkwaliteit bijvoorbeeld, denk aan verdroging. Maar ook kansen om de landbouw te verduurzamen, bijvoorbeeld door veehouders te helpen meer grond voor hun bedrijf te krijgen zodat ze per hectare minder vee hoeven laten grazen, of woningen te bouwen. De gebiedsgerichte aanpak is dus – met een mooi woord – een integrale aanpak van vraagstukken.  

Stikstofreductie

Dan het tandwiel stikstofreductie. De BOS zegt: iedereen kan bijdragen aan het terugdringen van de stikstofneerslag. Dat geldt ook voor consumenten: je kunt zelf bijvoorbeeld op duurzame voeding te letten, of een elektrische auto rijden. Maar de overheid maakt ook afspraken met sectoren als de landbouw, de industrie en de bouw. Het Rijk neemt al verschillende maatregelen, en aan die maatregelen heeft de provincie Noord-Brabant met de BOS zelf nog een pakket maatregelen toegevoegd. Een belangrijke maatregel is bijvoorbeeld dat oude stallen in Brabant in 2024 verplicht emissiearm moeten zijn. Maar ook bedrijven en bedrijventerreinen moeten aan de bak om minder CO2, én minder stikstof uit te stoten. In totaal bevat de BOS zo’n 40 maatregelen, waarmee we tonnen aan stikstofemissie reduceren.

Een voorbeeld daarvan is de regeling sanering varkenshouderij. Onlangs werd bekend dat 173 Brabantse bedrijven definitief meedoen aan de regeling en gaan stoppen. Een gemiddelde varkenshouderij in Brabant stoot al gauw 2500 kg ammoniak uit. Dat betekent een reductie van 400.000 kg. ammoniak. Bovendien kunnen de Rijksmiddelen die niet zijn benut voor de regeling worden benut om meer piekbelasters die willen stoppen uit te kopen. Of die 40 maatregelen genoeg opbrengen om alle doelen te halen? Dat wordt op dit moment uitgerekend door provincies, Rijk en RIVM. Eind dit jaar weten we of we op de goede weg zijn, of dat we nóg een tandje bij moeten zetten.

Economische ontwikkeling mogelijk helpen maken

En dan is er ook nog het derde tandwiel: de economie. Want in de tijd waarin wordt gewerkt aan het herstellen van de natuur en het verminderen van stikstofuitstoot, willen we natuurlijk ook huizen kunnen blijven bouwen en wegen aanleggen. Bedrijven willen zich hier vestigen of uitbreiden en dat zorgt weer voor werkgelegenheid. Oók belangrijk voor Brabant! Maar, initiatiefnemers moeten eerst zelf zorgen voor genoeg ‘stikstofruimte’ voor hun plan en dát is een ingewikkelde puzzel. Daarvoor kunnen zij de hulp inschakelen van het Ondersteuningsloket Stikstof, dat de provincie in het leven heeft geroepen. Dat loket helpt initiatiefnemers die stikstofruimte zoeken, door ze te koppelen aan partijen die hun stikstofruimte niet meer nodig hebben. Bijvoorbeeld aan een boer die wil stoppen of omschakelen naar iets anders. 

Pionieren in de praktijk

Brabant vervult een voortrekkersrol in Nederland, bijvoorbeeld als het gaat om innovaties en de relatief strenge stalemissie-eisen om stikstofuitstoot drastisch te verlagen. Maar ook met ons eigen stikstofloket om collega-overheden én ondernemers die willen ontwikkelen of juist stoppen te helpen in deze lastige materie. We wachten niet af als zich nieuwe kansen voordoen, en soms vraagt dat pionieren in de praktijk. Vaak gaat dat goed, soms stoten we onze neus. We zijn ervan overtuigd dat dit de enige manier is om de impasse te doorbreken en een voorwaartse beweging te creëren. Voor een krachtige natuur en een Brabant dat zich blijft ontwikkelen!

Cookie-instellingen